Onderzoek bij aandacht- en concentratieproblemen en/ of druk, impulsief gedrag

Allereerst is van belang of het gedrag van uw kind misschien samenhangt met andere factoren. Te denken valt aan een slecht gehoor, nare gebeurtenissen thuis of op school, misschien een lichte verstandelijke beperking of autisme. Wanneer dat alles niet een rol lijkt te spelen, wordt gesproken van een vermoeden van een ‘ongecompliceerde AD(H)D’

Bij lichte problemen zijn adviezen en ondersteuning aan de ouders en/of de leerkracht de eerste stap én, niet alle druk gedrag is AD(H)D. Pas bij onvoldoende resultaat worden verdere stappen overwogen. Bij ernstige problemen (het kind en/of het gezin lijden onder de problemen en/of ernstige problemen binnen school) kan direct worden doorverwezen voor nadere diagnostiek en behandeling.

Dus:

  1. Bij een sterk vermoeden van AD(H)D kunt u een vragenlijst invullen (SWAN zie aanvullende informatie)
  2. Bij ernstige problemen aanmelden via de huisarts of gemeente voor een onderzoek naar vermoeden AD(H)D
  3. U meldt uw kind aan bij een gespecialiseerde praktijk
  4. Na de diagnose is psycho-educatie belangrijk: uitleg over AD(H)D voor u en het kind
  5. Samen met u en school kijken wat het beste is voor uw kind
  6. Als u kiest voor medicatie, dan kunt u naar de huisarts voor advies en behandeling.

Aanvullende informatie

AD(H)D is een beschrijvende diagnose op basis van een combinatie van gedragskenmerken, die meestal naar voren komen in de kindertijd. Maar de kenmerken kunnen soms pas op latere leeftijd zodanig op de voorgrond treden dat ze dan pas herkend worden. De belangrijkste gedragskenmerken zijn ‘onoplettendheid’ en ‘hyperactiviteit-impulsiviteit’.

U kunt een eerste indruk krijgen door te kijken hoe uw kind zich gedraagt ten opzichte van leeftijdsgenoten met een vragenlijst: de SWAN (de ‘vragenlijst naar sterke en zwakke kanten van AD(H)D en normaal gedrag’).

Op blad 1 worden de vragen beantwoord, op blad 2 verschijnt een score of er voldoende kenmerken zijn om aan AD(H)D te denken, zowel voor de aandacht als voor druk/ impulsief gedrag.

Als het goed is, heeft de leerkracht van uw kind overlegd met de Intern Begeleider (op de lagere school) of de mentor en eventueel maatschappelijk werker (in het voortgezet onderwijs). Vaak is met goede ondersteuning binnen de school een goede omgang te vinden met de aandachtsproblemen.

Soms is toch meer nodig. Dan kan via de jeugd- of huisarts een verwijzing volgen naar een van de onderzoekspraktijken in de regio. Een overzicht van alle praktijken en instellingen die onderzoek doen naar AD(H)D in de regio Noord-Brabant Noordoost vindt u hier.

Deze praktijken werken samen met de scholen, en kunnen de leerkracht gerichte adviezen geven. Zij zullen ook starten met psychoeducatie, uitleg over de sterke en zwakke kanten van uw kind en ondersteunen bij de problemen waar het soms mee te dealen heeft.

Er zijn diverse praktijken in de regio die ook een verkort onderzoekstraject aanbieden, op voorwaarde van een hechte samenwerking met de POH J (praktijkondersteuner jeugd) van de huisarts. Deze POH J zal alvast vooronderzoek doen in de vorm van het afnemen van een ontwikkelingsvragenlijst,  SDQ en de SWAN. En input van de leerkracht vragen. Na de diagnostiek kan de combi huisarts – POH J uw kind verder begeleiden

U kunt in overleg met een praktijkhouder vragen in hoeverre een verkort traject mogelijk is en wat daarvoor nodig is voorafgaand aan een aanmelding. Informatie is te vinden op de betreffende site van de praktijk.

Er zijn meer behandelvormen. De oudercursus van het regionaal trainingscentrum is er eentje van.

© HASPEL GGZ. ALL RIGHTS RESERVED.